Henk Bruggeman, die na zijn pensioen -op aandringen van zijn kinderen-begon met onderzoek naar de meer recente onderwerpen uit de Bossche historie, wijdde ook een deeltje van zijn bundels aan het plaatselijke circus.
Maar over het circus heeft de gemeente in haar archief niet veel bewaard, concludeert de amateur-historicus.
Toch is Bruggeman na onderzoek interessante wetenswaardigheden over het circus aan de weet gekomen zoals de geschiedenis van enkele -Bossche- circussen, waaronder circus Briantelli van de gebroeders Fé en Ruud van Meerwijk en het Nationaal Nederlands Circus van Piet Kersten en Hans van Andel, dat eigenlijk Circus Frans Mikkenie heette, circus Saltarino en circus Gerritje, een gelegenheidscircus uit 1952. Allen hebben of hun oorsprong in Den Bosch of zijn met medewerking van Bosschenaren opgezet.
Bruggeman: 'Het was zo, dat de gemeente bij optredens van beroemde circussen allerlei vervoer, zoals trams en boten, regelde, zodat de boeren uit de omgeving een voorstelling konden bijwonen en na afloop naar huis konden terugkeren. Om het circus, dat met twee treinen aankwam, naar de Koningsweg te vervoeren, werden alle beschikbare paarden van de Bossche vrachtrijders ingezet. De olifanten moesten te hulp komen om de circuswagens uit de modder te trekken.'
Eerste roofdierendressuur
Ondanks dat er een periode is geweest waarin het Stadsarchief correspondentie over het circcus heeft vernietigd, zijn er voldoende knipsels, foto's en reclamemateriaal bewaard. Daaruit verneemt Bruggeman dat circus Hagenbeck rond 1910 het eerste circus was met de 'grootste roofdierendressuur der aarde'. In dat nummer traden de door Wilhelm Hagenbeck gedresseerde beren, Russische springhonden, zeeleeuwen en Bengaalse tijgers op. En Hagenbeck zelf presenteerde voor het eerst een nummer met ijsberen.
Twee orkesten van 'De menagerie der wereldsteden' opende op 25 oktober 1913 de driedaagse tournee. Staanplaatsen kostten dertig cent, loge ƒ 2,20.
Muzikanten
Maar vaak traden in de circussen gelegenheidsorkesten op samengesteld uit Bossche muzikanten. Tenminste dat was zo in de nationale circussen, de circussen van wereldnaam brachten hun eigen orkest mee. Den Bosch was een muzikale stad, het bloeide er van harmonieën en fanfares. Bruggeman heeft zich toegelegd op Bossche circusnamen, zoals impressario Ben Boumans, de journalist Jo van Doveren en uiteraard circusdirecteur Piet Kersten met zijn hoofdkassier Hans van Andel.
Dat Bruggeman zich meer in het Bossche circusleven heeft verdiept komt door het verzoek van de in december 1996 overleden Fé van Meerwijk. Fé en diens broer Ruud, zonen van de eigenaar van de distilleerderij Pompe en Gebrs. de Man, raakten verwant met het circus doordat hun moeder in de crisisjaren vlak voor de oorlog het nu nog bestaande circus Renz financieel ondersteunde. Door als tentenbouwers te gaan werken konden haar twee zonen tewerkstelling in Duitsland voorkomen.
De Van Meerwijks namen direct na de oorlog van de gevluchte vatenfabrikant Bernard van Leer een deel van de achtergelaten tent van circus Kavaljos over en richtten circus Briantelli op. Martin Vugts, later directeur van het Bisdomblad, toen nog Sint Jansklokken, heeft hen bij die opzet ondersteund.
Briantelli is maar vier seizoenen in Brabant op toernee geweest. Over de afloop van het circus staat elders meer te lezen.
Circus Gerritje
Een weinig en ook maar kort bestaand circus was 'Circus Gerritje'. 'Dat heeft volgens Louis Rits, toentertijd spreekstalmeester, maar vier dagen [16 mei - 20 mei 1952] op het Kardinaal van Rossumplein gestaan. In Den Bosch waren Martin Vughts[regie], dokter Otjens, wiens dochter Mieke een paardendressuurnummer deed en Leo van Loon van de meelfabriek, de medewerkers achter de schermen.
Van Loon staat in het programma vermeld samen met Antoon Ebben [voltige] en Wim Meuris, onder de noemer 'hippische medewerking'.
Zij reden in de privémanege van Van Loon in Tilburg, waar Antoon 'Toontje' Ebben zijn dressuur heeft geleerd.
OSS-Volo leverde de acrobaten, Peer van Zeeland was de komische jongleur, de clownerie was van het Confetti Cabaret, zang en dans kwamen van de Banjospelers en het orkest stond onder leiding van Jan van Dijk.
De Bossche Verkennerij stelde enkele scouts beschikbaar als pistejongens. Zelfs burgemeester Hein Loeff heeft nog een act in Circus Gerritje gespeeld.
Bruggeman heeft zelf ook nog gesjouwd voor het circus in opdracht van de sturende kapelaan Jan Brouwers van de Muntel. Rinus Damen herinnert zich Bruggeman als een van de suppoosten.
Louis Rits: 'Een deel van de recettes was bestemd voor de jeugdbeweging van de
Een groepsfoto van Circus Briantelli met rechts Fé van Meerwijk en uiterst links zittend zijn broer Ruud van Meerwijk. Martin Vughts is de tweede man van links in de middelste rij. De drie Witoni's staan eveneens in de middelste rij: de 2e, 3e en 4e van rechts.
| 213 |
Graafsewijk. We hebben die amateurs eerst wel flink moeten aanmoedigen. Ik weet nog dat de leden van het meisjeskoor van de Bartjeskerk naar onze zin te sip keken en gestimuleerd moesten worden een lachend gezicht op te zetten.
Toen eenmaal de plankenkoorts was verdwenen, en het circus goed bezet was geweest, gingen er zelfs geluiden op om op toernee te gaan. Maar dat was onmogelijk met een circus dat louter uit vrijwilligers bestaat', aldus Louis Rits.
Bruggeman, die verder niet over circus Gerritje schrijft: 'Het kleine Circus Gerritje' was nageaapt van 't Hoefke van de gebroeders Van Doorne.' Deze tweemaster telde 1200 zitplaatsen. Het initiatief van Huub van Doorne, die twee dochters met een paardendressuur liet optreden was dan wel meer professioneel opgezet, maar ook voor liefdadigheidsdoeleinden bedoeld.
De Witoni's, een Bosch' gezelschap van acrobaten, dat in wisselende samenstelling kort na de oorlog optrad in circus Briantelli. Foto: Stadsarchief.
Saltarino
Verder is in Den Bosch nog Circus Saltarino van Alfred Fossil aktief geweest. Na de oprichting in 1941 en een toernee in de jaren 1941, 42 en 43, moest zij in dat jaar om principiële redenen stoppen.
Kort na de oorlog zou Saltarino nog twee seizoenen op toernee zijn gegaan.
De zakelijke leiding lag in handen van de Bosschenaar Ben Boumans, zijn stadgenoot de journalist Jo van Doveren verzorgde de publiciteit. Hoewel de circuskenner J.J. Best schrijft dat Saltarino door twee Bosschenaren werd gefinancierd en daarmee naar Boumans en Van Doveren verwijst, ontkent Fé van Meerwijk deze suggestie.
De tent zou mogelijk overgenomen zijn van het in Rode Kruisescorte via Spanje naar Amerika weggevoerde circus Kavaljos van Bernard van Leer.
De boniseur Jos Mullens
Circuskenner en schrijver Bruggeman vertelt pas op het eind van het gesprek dat hij al vroeg geïnteresseerd was in het circus. 'Als kind bezocht je altijd de kermissen en circussen als die nog in opbouw waren en ook bij de afbraak waren wij present. Ik weet nog dat ik geboeid raakte door het spreektalent van Jos Mullens. Nooit meer heb ik een betere boniseur ontmoet dan circusdirecteur Mullens, die de kunst verstond met zijn aanlokkelijke praatjes het Grande Theatre Variété gevuld te krijgen. De variététent, die elke kermis op het Kardinaal van Rossumplein stond, puilde uit. Het publiek raakte steeds opgetogener naarmate het verhaal van Mullens sappiger klonk.'
Vanaf de vensterbank van de woning van dokter Sekhuis op het Kardinaal van Rossumplein sloeg Bruggeman zestig jaar geleden het schouwspel gade, dat hij pas in 1994 op papier vastlegde.
| 214 |